Bij de Zijlpoort is donderdag de 22-ste vissoort van Leiden waargenomen. Stadsgrachtenadviseur Aaf Verkade spotte op die plek op de bodem van de Zijlsingel voor het eerst een kolonie zwartbekgrondels. En dat is - zo meldt ze - geen goed nieuws. Zwartbekgrondels zijn uitheemse vissen die van oorsprong in onder andere de Kaspische en Zwarte Zee voorkomen. De soort is in 2004 voor het eerst in Nederland waargenomen en heeft sindsdien een ongekende expansiedrift tentoongespreid. ,,De vis is één van de grootste vijanden van inheemse soorten als de rivierdonderpad, een klein visje dat zich graag tussen de stenen vestigt’’, aldus Verkade. ,,De zwartbekgrondels zitten daar ook het liefst en ze verdringen daarbij de rivierdonderpad. De adviseur stadsgrachten was bij de Zijlpoort te water gegaan om voor een stagiar van de Leidse Rederij een verloren iPhone te zoeken. Op de stenen langs de kant zag ze ineens een groot aantal grondels. ,,Ik dacht eerst dat ik marmergrondels zag, ook een uitheemse soort die al eerder in Leiden is gevonden, maar deze vissen hadden niet die karakteristieke neusbuisjes van de marmergrondel. Het zal toch niet waar zijn, dacht ik.
Ze had inderdaad de 22-ste vissoort van Leiden te pakken. Dat is overigens geen complete verrassing, ze wist dat het visje eens in Leiden op zou duiken. ,,Kennisorganisatie Ravon vroeg me al in 2012 om op deze vis te letten.’’De andere 21 vissen, die in Leids water rondzwemmen, zijn: baars, paling, bittervoorn, blankvoorn, pos, rivierdonderpad, bot, ruisvoorn, brasem, snoek, snoekbaars, driedoornige stekelbaars, tiendoornisge stekelbaars, karper, kleine modderkruiper, vetje, kolblei, winde, marmergrondel, zeelt en meerval. Zie ook: onderwaterinleiden.nl Bron Leidsch Dagblad